Nederlandse Super Eco Combi proef nog niet toegestaan
De Super Eco Combi komt voorlopig niet voor een ontheffing in aanmerking in Nederland. Dat concludeert de RDW na testen op de testbaan in Lelystad.
Het onderzoek en de testen werden gedaan in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en was toegespitst op de technische vereisten en de risico’s in het verkeer. Ook de SWOV deed onderzoek naar de verkeersveiligheid van de lange combinaties.
Een Super Eco Combi bestaat uit een trekker met twee 13,60 opleggers, gekoppeld door een dolly. Daarmee kan één Super Eco Combi net zo veel vervoeren als twee conventionele trekker- oplegger combinaties. Dat zou een belangrijk middel zijn voor het terugdringen van de CO2 uitstoot. Daarnaast zorgt het voor efficiënter wegtransport en vormt het een kleine verlichting van het chauffeurstekort. In landen als Finland en Spanje rijden al SEC’s, terwijl ook Zweden nu werkt aan toelating. In Denemarken wordt ook gewerkt aan proeven met het concept.
De resultaten van de onderzoeken en testen zijn volgens de RDW onvoldoende om voor de geteste SEC-configuratie (met starre assen) een ontheffing voor een proef op de aangevraagde route (Venlo – Maasvlakte) af te geven. Met name op het onderliggende wegennet zijn de risico’s voor de verkeersveiligheid met deze configuratie te groot, concludeert de RDW. Naast technische verbeteringen die opnieuw getest moeten worden is aanvullend onderzoek nodig over de zichtbaarheid van het overige verkeer. Dit heeft mogelijk aanpassingen van de voertuigen tot gevolg.
TLN had verwacht dat de tweede testfase, op de openbare weg wel doorgang zou vinden. Diverse TLN leden hebben al veel geld en energie gestoken in het traject. De organisatie beraad zich nu op volgende stappen in het proces dat moet leiden tot een toelating van deze duurzame combinaties op de Nederlandse wegen.