Meer duidelijk over verzekeringen opleggers

De rechtbank in Amsterdam heeft meer duidelijkheid gebracht in het probleem waar Nederlandse verladers mee kampen die hun eigen aanhanger of oplegger laden en deze laten aanpikken door de trekker van een beroepsvervoerder voor vervoer op Duitsland. De rechtbank oordeelde dat er voor Nederlandse trailers die niet langdurig in Duitsland zijn gestald geen aparte verzekeringsplicht bestaat en dat de verzekeraar van de trekker of motorwagen ook geen verhaal heeft op onverzekerde Nederlandse verladers.

EVO heeft aanhanger- of opleggerbezitters die opdracht geven voor ‘traction only’ vervoer met het trekkende voertuig van een beroepsvervoerder herhaaldelijk geïnformeerd over de problemen die kunnen ontstaan met de verplichte aansprakelijkheidsverzekering in het buitenland. Anders dan in Nederland, waar de WA verzekering van het trekkende voertuig automatisch dekking biedt voor schade veroorzaakt met of door de aanhanger, is in het buitenland vaak een aparte WA verzekering voor de oplegger of aanhanger verplicht.

Schade

In 2010 deed de Duitse hoogste rechter uitspraak in een zaak waardoor de verzekeraar van het trekkende voertuig de door haar uitgekeerde schade voor 50 procent kon verhalen op de verzekeraar van de aanhanger. Achterliggende gedachte daarbij was dat zowel de bezitter van de aanhanger als de bezitter van het trekkende voertuig in beginsel voor 100 procent aansprakelijk zijn voor schade toegebracht aan derden in het verkeer. Dat leidde al snel tot de vraag of de Duitse verzekeraar ook voor 50 procent regres kan nemen op een onverzekerde Nederlandse aanhangerbezitter, nu een WA verzekeraar voor aanhangers in Nederland niet verplicht en ook niet gangbaar is. Hoewel de gevreesde regreslawine lijkt te zijn uitgebleven, zijn er in de afgelopen jaren wel degelijk aanhangerbezitters geconfronteerd met aanspraken tot vergoeding van 50 procent van in Duitsland veroorzaakte schade.

Vordering

In een zaak waarin het Nederlands Bureau der Motorrijtuigverzekeraars, dat onder meer garant staat voor vergoeding van schade veroorzaakt door Nederlandse voertuigen in derde landen, verhaal zocht op een verhuurbedrijf van opleggers wees de rechtbank deze vordering af. Dat had er allereerst mee te maken dat het Nederlands Bureau zelf alleen gehouden was de schade uit te keren indien de houder van het Nederlandse voertuig niet aan haar verzekeringsplicht had voldaan. De rechtbank concludeerde dat op aanhangers en opleggers die niet langdurig in Duitsland zijn gestald geen aparte verzekeringsplicht rust, ook niet indien er mee in Duitsland wordt gereden. Daarbij speelt een rol dat in Duitsland ook de verplichte verzekering van het trekkende voertuig de aansprakelijkheid voor de aanhanger of oplegger dekt, zodat er geen sprake is van onverzekerd rondrijden.

Dekking

Daarnaast oordeelde de rechter dat er van uit zou moeten worden gegaan dat de verzekeraar van de bezitter van het trekkende voertuig tevens dekking dient te verlenen aan de bezitter van de aanhanger of oplegger die daarmee wordt voortbewogen en dat die laatste dus als medeverzekerde moet worden aangemerkt. Dat heeft tot gevolg dat regres van de verzekeraar op de ‘onverzekerde’ aanhangerbezitter in Nederland is uitgesloten. De uitspraak is uiteraard positief voor bezitters van opleggers en aanhangers in Nederland. Definitief is het oordeel echter nog niet, nu er hoger beroep mogelijk is en andere lagere rechters eventueel tot een andere conclusie zouden kunnen komen.

Bron: EVO.nl

 

 

DEEL HET